Een rondzwervende jonge vrouw onderzoekt de spleten van haar appartement, haar lichamelijke plooien, evenals de schaduwen waaruit die dingen bestaan. Tijdens haar reis komt ze in contact met andere landlopers: een onopvallende man van ongeveer dezelfde leeftijd; een jong meisje met soortgelijke, zelfs bekende ogen; straten die alleen kunnen bestaan tijdens die korte momenten van glazige blikken. De regen komt en gaat, maar de airconditioning gaat nooit uit.