Gui, een vierdejaars techniekstudent, werd op zeer jonge leeftijd wees en heeft zolang hij zich kan herinneren hard moeten werken en voor zichzelf moeten verdienen. Toch heeft hij, door de tand des tijds, nog steeds een zachte houding en een glimlach op zijn gezicht. Solo, een eerstejaars muziekstudent, heeft alles: geld, roem, knappe looks. Maar hij mist een glimlach. Na de vroege dood van zijn moeder verloor hij zijn geluk. Niets kan dit ontbrekende gat in hem opvullen, totdat hij op een late, regenachtige avond een café binnenstapt voor koffie. Op dat moment botsen hun twee werelden.