Maaike woont met haar gezin - tegen de regels van de gemeente in - op een vakantiepark. De gemeente is de laatste jaren strikt gaan handhaven en verzegelt daarom vorig jaar hun huis. Met alle gevolgen van dien. Het gezin zwerft van tijdelijke woning naar tijdelijke woning en de schoolresultaten van de kinderen kelderen. Hoe terecht is deze strikte handhaving? En hoe gaan gemeenten überhaupt om met de dilemma's rond permanente bewoning van vakantieparken? Moeten de plekken om te recreëren worden beschermd of is het omturnen van vakantiewoningen naar woonwijken dé oplossing voor de wooncrisis?