Arnout is aangekomen in Diest waar hij op zoek gaat naar het graf van een vergeten prins van Oranje. Even verder stapt hij het groene Limburg binnen. Een kapelletje hoog in de Duizendjarige Eik herinnert aan een bijzonder verhaal uit de Eerste Wereldoorlog. In Bolderberg logeren Arnout, Ruben en Philippe in het hotel dat in de jaren zeventig het decor vormde van de grootste kunstroof uit de geschiedenis van de Lage Landen. In Genk duikt Arnout het mijnverleden in. Hij maakt kennis met de allerlaatste kolenboer die de allerlaatste zakken échte Limburgse steenkool bewaart.