Arnout, Ruben en Philippe komen aan in de Achterhoek. Ze worden er verwelkomd door een agressieve buizerd. In Gaanderen gaat het er gastvrijer aan toe wanneer een muzikant een welkomstlied zingt in het Nedersaksisch. De drie vrienden wandelen verder langs prachtige boerderijen, landhuizen en kastelen. De Achterhoek staat er vol van. In Laren mogen ze op de koffie bij een goedlachse barones die haar jeugd doorbracht op kasteel Verwolde. Het regent pijpenstelen op de heide van de Sallandse heuvelrug. Arnout ontmoet er Suzanne die haar 300 schapen aan het hoeden is. De herderin ruilde haar flat op tien hoog in de Bijlmer in voor een leven dicht bij de natuur. Minder rustig gaat het er aan toe in Hellendoorn, waar het drietal terechtkomt op een oerendharde motorcross.