In de dertiende eeuw sneuvelt onze eerste koning, Willem de Tweede, in de strijd tegen de Westfriezen. Nederland is in deze tijd een lappendeken van graafschappen en hertogdommen, die met elkaar concurreren om de macht. De jonge Hollandse graaf Floris de Vijfde heeft zijn vader, Willem de Tweede, nooit gekend. Hij is een koningskind, wordt hem verteld. Groeit hij uit tot een waardige opvolger en wreker van zijn vader?