Er groeit een nieuwe tak aan de boom van onze economie. Deze noemt men 'happiness economics' of in goed Nederlands de betekenis-economie. Hierbij worden bedrijven en sociale initiatieven gestart vanuit een duidelijke maatschappelijke doelstelling en noodzaak. Dat kan vermindering van eenzaamheid zijn, de bestrijding van droogte of de verbetering van arbeidsomstandigheden. Zaken die de vrije markt links laat liggen, maar die de betrokkenen des te meer voldoening schenken. De oude economie liep vast op rendementsdenken, de nieuwe betekenis-economie draait op 'happy start-ups' en het zaaien van geluk. Onze samenleving is doordrenkt met rendementsdenken. Maar wat gebeurt er als werken en samenleven op andere waarden wordt gebaseerd dan op cijfermatig rendement en persoonlijk voordeel? Waarbij verbondenheid en gelijkheid versterkt worden. En waarmee hebzucht, individualisme en respectloosheid de kop ingedrukt kunnen worden?