In een dagboek beschrijft Hendrik Groen zijn leven in een verzorgingshuis in Amsterdam-Noord. Hij mag dan wel oud zijn, hij is nog lang niet dood. Samen met enkele andere bewoners van het verzorgingstehuis richt hij de rebellenclub Omanido op: oud maar niet dood. Want, waarom zou het leven alleen nog moeten bestaan uit koffie drinken achter de geraniums en wachten op het einde?