Buitenspelen is misschien wel belangrijker dan ooit, zeker nu kinderen dagelijks uren voor een scherm zitten. Maar bij spelen maken kinderen geluid. En waar de een luide kinderstemmen en knallende ballen 'gezellig' vindt, heeft de ander er in een steeds drukker wordend Nederland last van. Soms zo veel dat gemeenten in een lastig dilemma terechtkomen over wat ze met speelruimte aan moeten. Want welk belang weegt zwaarder: dat van het buitenspelende kind of dat van de overlast ervarende buur? Hoe gaan gemeenten hiermee om? En wordt de balans tussen speelplezier en rust nog wel bewaard?